Een beginnend raadslid.
Ja, je moet wat als je graag zitting wilt nemen in de gemeenteraad.
Na mijn kandidaatstelling voor de gemeenteraad, ben ik het laatste half jaar voor de verkiezingen alle fractievergaderingen, commissievergaderingen en de raadsvergaderingen gaan bezoeken. Kennis opsnuiven heet dat. Ook heb ik diverse workshops en voorlichtingsavonden bezocht. Deze werden georganiseerd door de griffiers binnen de provincie Utrecht. Interessante avonden waren dat.
Tja, en dan is het afwachten hoe de verkiezingen gaan verlopen. De uitkomst was helaas dat we een zetel verloren (was ingecalculeerd), dus pech. Dan maar als schaduw fractie lid gaan acteren, dacht ik. De collegeonderhandelingen verliepen voorspoedig. Dus nummer 6 op de lijst zou in beeld komen. Bart Radstake gaf al in een vroeg stadium aan, wegens omstandigheden, af te zien van het raadslidmaatschap. Dus kwam ik toch nog in beeld. Ik was daar natuurlijk heel blij mee.
Wat wil je nog meer? Op 15 mei met vervroegd pensioen en op 31 mei geïnstalleerd worden als raadslid. De installatie was leuk om mee te maken in aanwezigheid van mijn vrouw en kinderen. En het grote voordeel voor mij is dat ik voldoende tijd heb. Maar dan begint het echt. Dan wordt het ondanks alle hulp van Marco en consorten zoeken. Wat moet je lezen, en met welke diepgang, wat moet je niet lezen?
Dan, bij de ingekomen stukken, ontdekken wat een technische vraag is of een politieke vraag. En zoals Marco ons inpepert, stel geen vragen om het vragen! Dan wennen aan al het handjes schudden voor de raad en de commissie. Leren omgaan met het veelvuldig zeggen van “dank u wel voorzitter, dank u wel college” en de microfoon goed bedienen als het nodig is.
Het meest vreemde vond ik op de agenda “een motie vreemd aan de orde van de dag”. Ik denk waar gaat dit dan weer over? Inmiddels weet ik dat het hier gaat om een niet geagendeerd actueel onderwerp waarover je een uitspraak wilt doen. Dus, al doende leert men.
Wanneer je tijdens de raadsvergadering een onderwerp hebt en het woord wil, moet je maar afwachten in welke volgorde je aan de beurt komt. Dan is het weer vervelend als je voorganger ongeveer dezelfde inbreng levert dan degene die ik heb. Het liefst zou ik dan zeggen “ik sluit me aan bij de vorige spreker”, maar ja, we moeten ook ons geluid laten horen, dus herhalen dan maar.
Ik moet erg wennen aan het feit dat we in de coalitie zitten. Natuurlijk blij mee, maar toen ik in de jaren 1980-1990 ook politiek actief was, zaten wij in de oppositie. Dan kun je lekker losgaan. Nu moeten we uiteraard samenwerken én rekening houden met onze wethouders en coalitiepartners. De moties van de oppositie komen nu regelmatig op ons af. We beoordelen ze op hun waarde en daar waar het kan, steunen we ze. Maar afwijzen gebeurt natuurlijk ook. Denk aan de bestemmingsplanwijziging die middenhuur appartementen mogelijk maken in het voormalige INBO-gebouw.
Nu is het de kunst om je als partij bezig te houden met alle belangrijke dossiers en daarover ook duidelijk de mening van GBW naar voren te brengen.
Mede om die reden en ook omdat het actuele onderwerpen zijn, ben ik bezig geweest met de notitie ‘Doorstromen & Scheefwonen’ en vandaag als ik dit schrijf, met de enquête over de huisvesting voor jongeren. Daarover volgende keer meer.
Peter van Schaik